Heb je als boekhouder of accountant klanten die goederen en producten leveren aan het buitenland? Sinds 2021 zijn de btw-regels veranderd. Hoe zit het ook alweer? Er gelden verschillende regels voor leveringen aan zakelijke of particuliere klanten, binnen of buiten de EU. In dit artikel hebben we de belangrijkste regels en wetten voor je op een rij gezet.
Btw-regels voor leveringen buiten de EU
Voor leveringen aan particuliere en zakelijke klanten in landen buiten de EU hoef je geen btw te berekenen. Je moet wel kunnen aantonen dat je geleverd hebt aan het buitenland en voldoen aan de extra administratieve verplichtingen van de Belastingdienst.
Verenigd Koninkrijk
-
In 2021 trad het Verenigd Koninkrijk definitief uit de EU. Daardoor zijn leveringen aan het Verenigd Koninkrijk geen leveringen binnen de EU meer, maar leveringen buiten de EU.
-
Noord-Ierland heeft in 2021 een aparte status binnen het VK gekregen: het blijft voor levering van goederen onderdeel van het douanegebied van de EU. Hierdoor blijft Noord-Ierland onder het Europese btw-stelsel (de intracommunautaire leveringen). Je doet er dus ICP-aangifte voor.
-
Er zit wel een verschil tussen levering van goederen en diensten aan Noord-Ierland. Levering van goederen in Noord-Ierland blijft zoals het was. Voor levering van diensten geldt dat Noord-Ierland geen EU-lidstaat meer is.
Voor zendingen van en naar Engeland, Schotland en Wales gelden vanaf 2021 de regels voor douanevervoer. Die gelden ook als het gaat om doorvoer via die landen naar Noord-Ierland. De Belastingdienst geeft hier uitgebreid uitleg over.
Zakelijke klanten binnen de EU
Btw-plichtige klanten in andere EU-landen hebben niets te maken met de Nederlandse btw. De zakelijke klanten dragen zelf omzetbelasting af aan de fiscus in hun eigen land. Op de factuur voor deze klanten wordt daarom geen btw aangegeven, maar wel dat het gaat om een intracommunautaire prestatie (ICP). Vervolgens wordt in een aparte aangifte aan de Belastingdienst vermeld aan welke bedrijven in andere EU-landen de producten en diensten zijn verkocht. Deze aangifte heet de opgaaf ICP.
ICP staat voor intracommunautaire prestaties. Dit zijn alle goederen en diensten die ondernemers aan btw-plichtige klanten in andere EU-landen hebben verkocht. In de opgaaf ICP vermelden ze aan wie ze wat hebt geleverd. Als in een periode niets geleverd is, of als de diensten in het land van de klant zijn belast met 0% btw of zijn vrijgesteld, hoeven ze over die periode geen opgaaf ICP te doen.
Buitenlandse btw-nummers checken
Bij elke factuur waarbij geen btw wordt berekend en de klant zélf de btw moet afdragen, moet het btw-nummer worden gecontroleerd. Zodat het zeker is dat je te maken hebt met een ondernemer. Als namelijk bij controle van de administratie van je klant blijkt dat het btw-nummer van de afnemer niet klopt, komt er een naheffingsaanslag van de Belastingdienst. Ze moeten dan alsnog omzetbelasting betalen over de goederen en diensten die ze zonder btw hebben geleverd, plus een boete.
Ieder EU-land heeft een eigen database met btw-nummers van de ondernemers in dat land. Je kunt het btw-nummer van klanten uit EU-lidstaten controleren via het Vat Information Exchange System (VIES), een internetsite van de Europese Commissie, waar alle nationale databases van de EU bij aangesloten zijn.
Particuliere klanten binnen de EU
Tot 1 juli 2021 was er voor ieder EU-land een eigen, specifiek drempelbedrag afgesproken. Bleef de omzet van de ondernemer onder het drempelbedrag, dan mocht hij het Nederlandse btw-tarief worden aangehouden. In de nieuwe regeling vanaf 1 juli staat niet langer een apart drempelbedrag voor ieder EU-land, maar een algemene drempel voor de totale omzet (voor goederen en digitale diensten) in andere EU-landen van 10.000 euro per jaar. De omzet in Nederland telt daarbij niet mee. Het nieuwe algemene drempelbedrag is een veel lager bedrag dan de voormalige bedragen per land.
Zodra de afstandsverkopen (verkopen van goederen en digitale diensten aan particulieren in andere EU-landen) bij elkaar opgeteld hoger zijn dan 10.000 euro, moet de ondernemer de lokale btw-tarieven hanteren van het land waar hij levert. Wanneer zijn afstandsverkopen onder de 10.000 euro per jaar blijven, dan mag hij Nederlandse btw in rekening blijven brengen en doet hij in Nederland de btw-aangifte op de gebruikelijke manier.
Hoe regelen ondernemers de btw-aangifte in andere EU-landen?
Vanaf 1 juli 2021 kunnen ondernemers de in andere EU-landen verschuldigde btw via het éénloketsysteem of One Stop Shop (OSS) van de Belastingdienst aangeven. Hiermee kan er één speciale btw-aangifte via de Nederlandse Belastingdienst worden gedaan. De Nederlandse Belastingdienst regelt dat de, via het OSS-portal aangegeven btw, bij het juiste EU-land terechtkomt. Zij kunnen dan binnen het éénloketsysteem ieder kwartaal de btw-melding (aangifte) en betaling in één keer afhandelen.
Om de regeling te mogen gebruiken gelden een aantal voorwaarden, zoals: de ondernemer regelt zelf het transport van de goederen naar de andere EU-landen, het transport van de zending begint in Nederland en hij heeft een vestiging in één EU-land.
Let op: het drempelbedrag geldt niet voor accijnsgoederen, zoals alcoholische dranken en (bijna) nieuwe vervoersmiddelen, zoals auto’s en motoren. Deze goederen zijn altijd belast in het land waar ze naartoe gaan. Daarnaast mag je klant deze regeling niet gebruiken voor margegoederen. Past hij de margeregeling toe dan is hij Nederlandse btw verschuldigd aan de Belastingdienst over de winstmarge van de goederen. De ondernemer berekent geen btw aan zijn afnemer en vermeldt dit ook niet op de factuur.
Btw op invoer van producten in de EU
Verkopen je klanten producten uit een land buiten de EU (bijvoorbeeld China) via je webshop direct aan consumenten in een EU-land? Vanaf 1 juli 2021 is bij invoer van goederen in de EU invoer-btw verschuldigd in het EU-land waar de goederen de EU binnen komen. Het maakt niet uit wat de waarde is van de zending. Een zending kan bestaan uit een pakket met verschillende goederen. De kosten voor de verzekering en de verzending tellen niet mee bij het bepalen van de waarde.